Verticale druk kan
worden gevarieerd
tot 2000 kPa; dat
is vergelijkbaar met
200m diepte
Drukmeter
Grondwater van de te
onderzoeken locatie
wordt in de opstelling
gepompt
Met een krachtop
nemer wordt de
schuifspanning in
materiaal bepaald
Lambert Smidt,
laborant geolab,
zet de boorkern in
de proefopstelling
Het membraan zorgt
voor een effectieve
spanning op de grond
22
FOTO: GUUS SCHOONEWILLE
In het Geotechnisch Laboratorium onderzoekt Deltares de sterkte en vervorming van de
ondergrond door belastingproeven.
O
p zoek naar duurzame energie bouwen we steeds
meer windmolenparken op zee. Belangrijk is dat
deze windturbines niet scheef zakken of bezwijken.
Om zekerheid hierover te krijgen is het van belang voor
aannemers, ingenieursbureaus en energieleveranciers
om te weten hoe sterk de ondergrond is en wanneer de
bodem verweekt of afschuift. Afhankelijk van de opbouw
van de zeebodem en de constructie is dit voor elk gebied
anders. De belasting van golven, stroming maar ook van
de constructie zelf zorgen uiteindelijk voor een druk op
de ondergrond. Om voor een gebied zo goed mogelijk
te achterhalen hoe de grond er uit ziet worden er op
verschillende plekken onderzoeksboringen gedaan.
De opbouw van de ondergrond kan sterk variëren en
heeft effect op de stabiliteit van de windturbine. Door
middel van triaxiaalproeven worden de boorkernen
statisch en cyclisch belast en het gedrag van de
grond bepaald. Op basis hiervan kan de ontwerper
de constructie aanpassen, wordt de levensduur van
de windturbine geoptimaliseerd en het onderhoud
geminimaliseerd. Deltares voert dit soort onderzoek uit
voor verschillende Europese landen waar windmolen
parken op zee worden gebouwd, zoals Denemarken,
Duitsland en Nederland.
STERKTE ZEEBODEM TESTEN
VOOR WINDMOLENPARKEN