8
DELTARES, FEBRUARI 2016
Zijn er niet veel meer voorbeelden, zoals zilte
landbouw?
‘Er is niet één oplossing, we moeten de problemen geïntegreerd
aanpakken. Verzilting van kustgebieden is een grote zorg en
zilte landbouw is een mooi voorbeeld van de complexiteit
van ons werk. Klinkt zo hoopgevend, maar in werkelijkheid
levert die aanpak in calorieën voorlopig nog niet zoveel op.
Het kan dat we door zouttolerante groenten te kruisen met
aardappelen of rijst verder komen, maar gewone veredeling
kost tijd. De wereld is nog niet klaar voor de snelle variant:
genetische modificatie. Wat we nu hebben aan zilte groenten,
is maar zeer beperkt tolerant voor zout. Ik zie meer mogelijk-
heden in plantensoorten die zout uit de bodem halen. Het kan
allemaal, maar het kost tijd.’
Hoe krijgt u het voor elkaar met al die complexe
uitdagingen in de wereld toch een hoopvolle kijk
op de toekomst te hebben?
‘Pessimisme is een luxe die we onszelf niet meer kunnen
veroorloven. Driekwart van de wereldbevolking woont en
werkt binnen honderd kilometer van een kustlijn. We hebben
de komende dertig jaar twee miljard monden extra te voeden
naast de twee miljard die nu al geen gebalanceerde of te
weinig voedsel krijgen. We moeten met elkaar in gesprek
en dat doen we ook. We hebben de afgelopen decennia zo
ontzettend veel bereikt. We kunnen elkaar dus heel concreet
vragen: wat kunnen we samen dóen?’
Wat moet er wat u betre bovenaan de
internationale agenda?
‘De wereld hee modellen nodig. Nederland is daar erg ver
mee, nergens wordt zo minutieus de landbouw en gedegen
het water gemanaged. Zelfs in Californië zijn ze niet zo
grondig. Maar het moet ook snel. Delta’s zijn vruchtbaar
en aantrekkelijk, maar ook kwetsbaar. Oplossingen
kosten ontzettend veel geld. We kunnen dus niet zonder
investeerders. Ik denk dat landen en regio's met grote delta's
zoals Nigeria, Brazilië, Zuid-Oost-Azië, delta-autoriteiten
moeten gaan oprichten waarin overheid en bedrijfsleven de
problemen samen aanpakken. Zelfs Nederland hee zoiets
nog niet.’
Helpt het dat de meest kwetsbare gebieden vaak
toevallig ook de meest dichtbevolkte en economisch
sterkste zijn?
‘Er zijn zeker gebieden waar we een goede kans op snel
resultaat hebben en die dan een voorbeeld kunnen zijn voor
de rest van de wereld. De belangen om in te grijpen zijn
daar groot, net als de investeringsmogelijkheden. Maar
dan moeten we wel snel aan de slag. We zijn gewend om
in hokjes te werken. Westerse ministeries en universiteiten
zijn daardoor, hoe professioneel ook, misschien wel te traag.
We hebben veel meer ad hoc-samenwerking nodig. Het zou
zomaar kunnen dat landen die pas heel kort een centraal
bestuur hebben, straks veel sneller gaan. In Oost-Afrika kon
je ook eerder mobiel betalen dan in de rest van de wereld.
Dat zijn dingen die me hoopvol maken.’
Zijn de uitdagingen in uw vak de afgelopen
decennia erg veranderd?
‘We weten meer en we kunnen meer. Wat me zorgen baart, is
het enorme wantrouwen dat aan deze kant van de wereld is
ontstaan tegenover de wetenschap. Hoogopgeleide mensen
die zeggen: “Ik eet alleen nog maar dingen die uit de natuur
komen” of “Ik eet geen brood meer ”. Westerlingen vinden
goedkoop voedsel van hoge kwaliteit vanzelfsprekend, terwijl
het dat niet is. Ze dromen van oplossingen die wetenschappelijk
volstrekt niet houdbaar zijn. Er is een soort magisch denken
in opkomst, dat ik totaal niet had verwacht, en waar we de
wereld absoluut niet mee gaan redden. Het gaat nog veel
moeite kosten om dat weer weg te krijgen. Het staat de
vooruitgang in de weg en doet wat we bereikt hebben met
decennia lang systematisch onderzoek teniet.’
Wat leert Nederland van de rest van de wereld?
‘Flexibiliteit. Wij zijn vaak nog aan het praten als problemen
elders al zijn opgelost. Ondernemingszin, ook zoiets. Silicon
Valley is natuurlijk een enorme katalysator geweest in de
ICT. Dat willen wij dan ook, maar zoiets opzetten duurt hier
veel te lang. Diversiteit: nog veel te veel witte, grijze mannen
in de top. Dat verklaart wellicht ook dat disciplinaire denken
en werken een beetje. We moeten juist leren om op heel veel
manieren tegelijk naar problemen te kijken. Dan komen we
er wel.’