eens door daadwerkelijk stijgen van de zeespiegel – is het
risico van overstromingen in die stad sterk toegenomen.
Daarom wordt nu de Great Garuda-dam aangelegd voor de
kust. Die dam vergt een enorme investering, maar door het
aanleggen ervan te combineren met landaanwinning voor
stadsuitbreiding en een rondweg, is het project economisch
toch interessant. Het Nederlandse Deltaprogramma combineert
waterveiligheid met zoetwatervoorziening en draagt verder bij
aan ruimtelijke ontwikkeling en versterking van de regionale
economie. Op die manier wordt waterveiligheid geïntegreerd
in de totale ontwikkeling van een gebied.’
In hoeverre speelt het soort maatregelen
hierbij een rol?
‘Ook dat is een punt van overweging. Aan de ene kant heb je
low regret
-maatregelen, die ommeerdere redenen nuttig zijn,
eventueel flexibel toe te passen en weinig kostbaar. Aan de
andere kant zijn er maatregelen die flink wat investeringen
vergen en star zijn in de zin dat ze decennialang meegaan.
Als gevolg van klimaatverandering kunnen er meer en zwaardere
regenbuien vallen met wateroverlast tot gevolg. Dat kun je
voorkomen door het rioolstelsel aan te passen, maar dat
betekent wel dat de straat open moet. Bovendien gaat zo’n
rioleringsstelsel 50 tot 60 jaar mee, dus dat doe je niet iedere
vijf jaar. Een meer flexibel alternatief is te zorgen dat het
regenwater minder snel wordt afgevoerd door groene daken
en tuinen en open parkeerplaatsen. Of door meer water in
de stad toe te laten in de vorm van wadi’s en waterpleinen
voor de tijdelijke berging van water. Bij kustverdediging zou
je kunnen denken aan vooroevers of mangrovebossen als
alternatief voor dijken en dammen of aan een combinatie
van functies zoals een parkeergarage in de dijk.’
Blijft het probleem dat je moet weten wanneer
je wat moet doen. Hoe weet je dat?
‘Vergroten van het bestuurlijke en beleidsmatig aanpassings-
vermogen kan niet zonder een systeem voor het monitoren
van ontwikkelingen. Voortdurend moet je je daarbij de vraag
stellen of de huidige strategie voor watermanagement nog
effectief is in het licht van de verschillende scenario’s voor
klimaatverandering en demografische en sociaaleconomische
ontwikkelingen. Is het antwoord op die vraag negatief dan
spreken we van een knikpunt. Het moment waarop we vast
moeten stellen dat de ene strategie niet meer afdoende is en
dat het tijd wordt om aanvullende maatregelen te nemen om
schade te voorkomen. Op die manier kun je als bestuurder en
als samenleving zo goed mogelijk inspelen op de grilligheden
van het toekomstige klimaat en andere natuurlijke en maat-
schappelijke veranderingen.’
Meer informatie?
ad.jeuken@deltares.nlMaar hoe werkt dat in de
praktijk, klimaatadaptatie?
Adviseurs William
Oliemans en Herman
van der Most vertellen
over hun werk in
Bangladesh en Thailand.
‘Klimaatadaptatie is geen
eenmalige exercitie.’
DOOR JOOST VAN KASTEREN
Senior adviseur water en
bodemWilliamOliemans
werkt mee aan het deltaplan
van Bangladesh.
‘Bangladesh is de grootste en dichtst
bevolkte delta ter wereld. Rivieren en uiter-
waardenmaken ongeveer tachtig procent
van het oppervlak uit en zijn essentieel
voor de voedselvoorziening van de
groeiende bevolking en voor de economische
ontwikkeling. Zeespiegelstijging en cyclonen
FLEXIBEL
BANGLA
Bangladesh, foto: Lydia Cumiskey.
12
DOSSIER
KLIMAATADAPTATIE
DELTARES, SEPTEMBER 2015