Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  10 / 36 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 36 Next Page
Page Background

M

oet je op bepaalde plekken niet meer willen

bouwen of juist dijken aanleggen? Of kun

je beter overstromingsgevoelige gebieden

reserveren voor landbouw en visserij? De

grilligheid waarmee klimaatverandering

plaatsvindt, maakt het moeilijk om te voor-

spellen wat op de langere termijn nu de beste ingrepen zijn in

de infrastructuur. Zeker als een bedreigd gebied belangrijk is

voor de economie.

Volgens expert klimaatadaptatie Ad Jeuken vraagt dat om

meer aanpassingsvermogen in de besluitvorming over lokaal

en regionaal waterbeheer. ‘Minder alles voor de eeuwigheid

vastleggen en meer rekening houden met verschillende

scenario’s en hoe die op elkaar inwerken. Ook demografische

en sociaaleconomische scenario’s.’

Als bestuurder of beheerder van een water­

systeemmoet je nu besluiten nemen over

infrastructurele voorzieningen die vijftig of

honderd jaar meegaan. Hoe doe je dat?

‘Om te beginnen probeer je in kaart te brengen wat je wilt

bereiken in die periode en welke ontwikkelingen die doelen in

gevaar brengen. Vervolgens kies je een reeks aan mogelijke

klimaatscenario’s. Die probeer je zo goedmogelijk te combineren

met de gegevens die je al hebt over overstromingen en droogte.

Stel bijvoorbeeld dat er eens per twintig jaar een overstroming

plaatsvindt als gevolg van zware regenval. Combineer dat

met gegevens uit de klimaatscenario’s, dan kan de uitkomst

wel eens zijn dat de overstromingsfrequentie in bijvoorbeeld

2050 stijgt naar tussen de eens per tien jaar en eens per vijf

jaar. Daar moet je dan wat mee.’

Dat betekent toch gewoon dijken bouwen of

verhogen?

‘Dat is nog maar de vraag. Je hebt ook te maken demografische

en economische ontwikkelingen. Een overstromingsfrequentie

van eens per vijf jaar kan acceptabel zijn als het gaat om een

dunbevolkt landbouwgebied. Dan kun je je beperken tot een

waarschuwingssysteem en het herstellen van de schade.

Maar veel stedelijke ontwikkelingen doen zich juist voor in

overstromingsgevoelige delta’s omdat daar van oudsher de

handelscentra gevestigd zijn. Het is de kunst om die afweging

precies goed te maken.’

Vaak vertellen verschillende klimaatscenario’s

geen duidelijk, eenduidig verhaal. Dat maakt

adaptatie extra moeilijk.

‘Waar het om gaat is dat je een strategie probeert te

ontwikkelen voor de lange termijn, die voldoende flexibel

is om te reageren op onvoorziene ontwikkelingen. De

traditionele planningsaanpak schiet daarvoor tekort, omdat

je niet weet waar je rekening mee moet houden. Dat vraagt

omwat we een adaptieve planningsaanpak noemen. Een

planning die niet alleen rekening houdt met verschillende

toekomstbeelden, maar ook met verschillende paden naar

die toekomst toe. Op basis van de huidige scenario’s over

neerslagontwikkeling probeer je in eerste instantie bijvoor­

beeld de afvoercapaciteit van een rivier te verhogen door

overloopgebieden aan te leggen. Neemt de afvoer meer toe

dan verwacht, dan kun je er alsnog voor kiezen om de dijken te

versterken. Maar je kunt ook specifieke bedreigde stadswijken

overstromingsbestendig maken, afhankelijk van economische

en ruimtelijke ontwikkelingen. De kunst is om je bestuurlijke

en beleidsmatige aanpassingsvermogen te vergroten, zodat

je kunt inspelen op veranderingen die zich voordoen, zonder

extra kosten, maar ook zonder extra risico’s.’

Een zaak van de lange adem. Hoe krijg je

bevolking en politiek daarinmee? Je kunt

niet continu een gevoel van urgentie in

stand houden.

‘Dat klopt en daarom is het belangrijk om de aanpak van

waterveiligheid te combineren met andere doelen. Een mooi

voorbeeld is Jakarta. Als gevolg van bodemdaling – dus niet

‘TRADITIONELE PLANNINGS­

METHODEN SCHIETEN TEKORT’

Toenemend overstromingsrisico en langere droge periodes vragen om aanpassingen

in de infrastructuur. ‘Maar de klimaatveranderingen zijn zo grillig, dat hoge eisen worden

gesteld aan het bestuurlijk aanpassingsvermogen’, stelt expert klimaatadaptatie Ad Jeuken.

DOOR JOOST VAN KASTEREN

10

DOSSIER

KLIMAATADAPTATIE