Delta Life 10

11 DOSSIER WATERUITDAGINGEN Wat gaf de doorslag om tien jaar geleden alle kennis over water en ondergrond in één instituut, Deltares, onder te brengen? Maarten Smits: ‘De regering zag in dat de uitdagingen rond water alleen maar zouden toenemen. Bovendien richt Deltares zich op problemen rond de Nederlandse delta in den brede, en die zijn een stuk complexer dan be­ rekenen hoe hoog het water komt. Daarvoor moeten onderzoekers uit verschillende disciplines – denk aan water, geologie, ondergrond, waterkwaliteit – kunnen samen­ werken.’ Wim Kuijken: ‘De oprichting van Deltares is een goede zet geweest. Het is onmisbaar voor mij als deltacommissaris, voor het Delta­ programma en voor Nederland. Het instituut is een van de belangrijkste spelers als het gaat om kennis. Die is cruciaal voor onze gezamenlijke del­ ta-aanpak.’ Hoe heeft het instituut zich in die tien jaar ontwikkeld? Smits: ‘Het was de bedoeling dat Deltares een internationale uit­ straling zou krijgen; dat hebben we geleidelijk aan waargemaakt. Een van onze taken is om het bedrijfsleven te helpen om de kennis uit te dragen die bij ons is ontwikkeld.Daarmee kun­ nen de Nederlandse baggeraars en ingenieursbureaus weer werk binnen­ halen in het buitenland. Onze soft­ ware heeft daarin een belangrijke rol gespeeld: die heeft inmiddels wereld­ wijd meer dan 15.000 gebruikers en is een begrip geworden. En binnen Nederland hebben we een grote bij­ drage geleverd aan de waterveilig­ heid, de waterkwaliteit, hoogwater­ voorspellingen en de grote infrastructurele werken.’ Wat waren het afgelopen decennium de grootste veranderingen qua denken over waterveiligheid? Kuijken: ‘We kijken nu anders naar het overstromingsrisico. De normen die we sinds 1953 hanteerden, zeiden wel iets over waar en wanneer er water over de dijk kon spoelen, maar niets over het risico dat je liep als je áchter zo’n dijk woonde. Dat geldt wel voor de normen die we in 2013 in­ voerden. De politiek besloot toen dat de individuele kans op overlijden door een overstroming maximaal 1 op 100.000 mocht zijn.’ Smits: ‘Dat vraagt een totaal andere beoordeling. Je draait dan in feite aan de volume­ knop op het gebied van veiligheid. Bij elk tandje erbij of eraf gaat het gelijk om miljarden euro’s investeringen. Moet je alle dijken verhogen, of zijn ze goed zo? Dit is veel efficiënter.’ Het Deltaprogramma voor 2018 be- vat voor het eerst een Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Daarin staat onder meer hoe we om kunnen gaan met wateroverlast door extreem weer. Waar komt dit plan uit voort? Kuijken: ‘De thema’s waterveiligheid en droogte waren vanaf het begin al onderdelen van het Deltaprogramma. Nu zie je dat we steeds meer last krij­ gen van clusterbuien, waarbij in een uur tijd enorm veel regen valt. Of er is grote hitte. Dus hebben we gezegd: laten we ook een planmatige aanpak opstellen voor de maatregelen die je daar lokaal tegen kunt treffen. Ons advies is dat iedere gemeente een stresstest doet. In een 3D-animatie krijg je dan te zien wat er gebeurt bij zo’n hoosbui. Vervolgens moet je de dialoog met de bevolking aangaan en bekijken wat voor beslissingen je kunt nemen: aanpassingen van het riool, ondergrondse opslag van water, aanleg van groen…’ Wat kan Nederland op dit gebied van het buitenland leren? Kuijken: ‘In Nederland zijn we vooral goed in preventie. Van een land als de Verenigde Staten kunnen we veel leren over hoe je moet handelen op het moment dat het fout gaat en hoe je de gevolgen van een ramp zoveel mogelijk beperkt.’ Onlangs heeft Deltares een eerste verkenning gedaan naar de gevolgen van een versnelde zeespiegelstijging. Welk beeld rijst daaruit op? Smits: ‘Wij kunnen niet voorspellen of we een opwarming van 2 of van 4 graden Celsius krijgen, maar we kun­ nen wel aangeven hoeveel de zee­ spiegel in beide gevallen stijgt. En dat levert onrustbarende getallen op: de bovengrens is veel hoger en de zee­ spiegel stijgt veel sneller dan we dachten. Dat was voor mij wel een openbaring. Neem de Oosterschelde­ kering: die bouwen we met een voor­ uitziende blik van tweehonderd jaar. Maar als de zeespiegelstijging zoveel sneller gaat, moet je veel eerder over vervanging na gaan denken. Dat zijn enorme ingrepen die vele miljarden kosten.’ Kuijken: ‘Wat dit rapport mij vertelt, is dat de gekozen strategie van het Deltaprogramma in elk geval tot 2050 de juiste is. Kijken we verder, richting 2100, dan zijn er twee mo­ gelijkheden. Als het ons lukt om de Parijse afspraken te halen, komen we een heel eind met de huidige strate­ gie. Maar als het niet lukt, hebben we in 2100 een groter probleem.’ Wat doet de deltacommissaris? Elk jaar wordt op Prinsjesdag het nieuwe Deltaprogramma door het kabinet aan­ geboden aan de Tweede Kamer. Hierin staan de plannen beschreven die Neder­ land beschermen tegen overstromingen, zorgen voor voldoende zoetwater en bijdragen aan een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. De delta­ commissaris is de regeringscommissaris onder wiens regie dit programma tot stand komt en wordt uitgevoerd. Wim Kuijken, aangesteld in 2010, is de eerste persoon die deze functie vervult.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mjc4NjU=